Op de verjaardag van de heiligverklaring van Sint Nicolaas in 1941 ben ik geboren in Hilversum, op de 6de december dus.
Met mijn moeder en mijn zus Joke, verhuisden we naar Tuindorp Oostzaan toen ik 10 jaar was. Tuindorp Oostzaan was Amsterdam Noord, altijd overvaren met de pont en dan bus 35. De lagere school, "Princes Juliana werd zij genoemd", werd daar afgemaakt en vervolgens ging ik naar de 5e technische school op de Meeuwenlaan in Amsterdam Noord. Het blauwe trammetje reed toen nog van Monnickendam naar Amsterdam Noord.
Het Amsterdams RadioInstituut aan het Oosteinde, leidde mij op tot radiotechnicus. Dit was wat we nu de electronicawereld noemen. In die tijd waren dat radiobuizen. De nieuwste types waren de "80-ers". De meest bekende waren de ECC81, ECH81, ECC83, EL84 en de ELC82. De ECL82 was eigenlijk al een voorloper van alles in één component. Met deze radiobuis kon je een complete versterker bouwen.
Werken begon bij Grundig (radio en bandrecorders). Dan met een onderbreking als dienstplichtig militair bij de luchtmacht, terug in de burgermaatschappij naar Philips in Huizen, Shell-lab in Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, In Rotterdam Fodor (Akai), Vanandel en tenslotte Technisch Bureau Persenaire in Bussum. Deze werkgever verhuisde later naar Huizen en tenslotte naar Dordrecht en veranderde ook regelmatig van naam. In Dordrecht zitten ze als Krohne Nederland samen met Krohne Altometer in de Kerkelanden.
Gedurende die werkzame perioden moest ik me natuurlijk regelmatig bijscholen. Engels bij Instituut Schoevers en technisch mij PBNA.
Bij Persenaire heb ik bijna 30 jaar als servicetechnikus voor het fabrikaat Krohne-Altometer door heel Nederland gereden. Ik gaf advies aan de gebruikers van deze stromingsmeters en verleende technische bijstand. Omdat er vaak hoge bedragen via deze meters werden afgerekend, was een periodieke controle of de installatie binnen de nauwkeurigheidsspecificatie viel, heel belangrijk.
Deze zeer nauwkeurige stromingsmeters werken volgens de principes Magnetisch/inductief, Ultrasone of Corioless. Veel bedrijven gebruiken deze zeer betrouwbare en precieze (en dus dure) instrumenten. Ik kwam zo o.a bij Akzo, Shell, DouweEgberts, de NAM, Grolsch, Heineken en Hooghout. Ook bij afvalwaterzuiveringen en drinkwaterbedrijven. Maar ook bij de NAM, en vele andere bedrijven die gassen, olie, water, andere vloeistoffen of zelfs vloeibaar tin willen meten. Er zijn nog vele andere bedrijven die klant bij ons waren. Gedurende die tijd als troubleshooter, heb ik meer dan 2.000.000 km auto gereden. Op één na allemaal Renaults. Ook offshore behoorde tot mijn werkgebied. Midden op de Noordzee. Op de GlassDowr wordt de geproduceerde olie gemeten door Ultrasohne Krhohne-meters. Ik woonde aanvankelijk in Hilversum. Daarna tot mijn 25ste jaar was het Tuindorp Oostzaan. Ik woonde nog even in Bussum, waarna de Rotterdamse periode volgde.
Dat zat zo. Berna woonde in Barendrecht en werkte in Rotterdam bij de Holland Americalijn. Een huis vinden in Amsterdam was bijna een onmogelijkheid. Zodoende vonden we in Rotterdam een huis, nadat we in Barendrecht getrouwd waren. Twee kinderen, Linda en Peter zijn als Rotterdammers geboren.
In 1979 vertrokken we naar Hardenberg. Peter heeft Hardenberg nooit verlaten. Hij is er ook met Gina is getrouwd. Kirsten en Wendy zijn hun dochters Linda heeft uiteindelijk ook Hardenberg als woonplaats gekozen. Samen met Joost hebben ze drie kinderen: Daniel, Paula en Kim. Door Hardenberg stroomt de Overijsselse Vecht. Op die rivier ben ik nu regelmatig te vinden, soms zelfs twee keer per week, in mijn zeekajak, | | Van gewone electro (schakelaars & lampen), naar radiobuizen. Na de moderne "40ers en 80'er radiobuizen komen de transistors, die opgevolgt worden door de ingegoten "blokjes" met complete schakelingen van Philips en dan de IC's. De7400 en de 3000 Series.
Audio (geluid) was al een hobby. Ik bouwde mijn eigen versterkers, vaak met "dump"onderdelen. Ik was klant bij de Amsterdamse dumpwinkels Radio Lensen in de nieuwe Hoogstraat, Radio Rotor in de Kinkerstraat en Dankelschijn in de van Wouwstraat. Nieuwe onderdelen kocht ik bij Aurora in de Vijzelstraat.
In het openluchttheater van TuindorpOostzaan was ik de geluids- en lichttechnicus, we speelden met amateur toneelspelers meestal stukken van Shakespeare.
Als dienstplichtige werd ik opgeroepen bij de luchtmacht. De militaire basistraning was in Nijmegen, daarna vplgde op de LuchtmachtElectronischeTechnischeSchool Deelen, bij Arnhem de opleiding tot straalzenderspecialist. Daar zaten toen ook nog radiobuizen in. Bij de LETS was een gebrek aan instructeurs. Samen met twee anderen dienstplichtigen, werden Fred, Wim en ik, de eerste diensplichtige soldaten, die voor de klas stonden. Die klassen waren heel verschillend, soms net als wij gewone dienstplichtigen, soms zelfs aspirantoficieren in opleiding. Deze hadden vaak met hogere rangen dan wij, maar wij waren meerdere door commando, zo heette dat. Die 19 maanden dat ik dat mocht doen vond ik schitterenend, kennis overdragen aan anderen, dat vond ik heel fijn. Natuurlijk kregen wij ook een paar strepen en aanmerkelijk meer dan de 125 guldencenten per dag. Omdat ik daar bij de vaste staf hoorde, kreeg ik de donkere kamer onder mijn beheer. Zelf afdrukken van foto's. Later deed ik dat ook thuis met een Durst 600. 6 x 6 en kleinbeeld. Nu weten julie ook waar mijn fotohobby vandaan komt.
Terug in de burgermaatschappij, kwam ik via straalzenders en electronica ontwerpen weer terug bij mijn eerste liefde, audio. Geluidsrecorders van Akai. Echter in de reparatie is nauwelijks brood te verdienen en zo kwam ik in de mobilofoons terecht. Dat was niet mijn laatste vakrichting, die kwam in 1976 op mijn pad. 1976, Persenaire daar maakte ik kennis met Magnetische Inductieve Doorstroommeters (MID), een hele mond vol. Na een half jaar interne opleiding kon ik nog niet eenvoudig uitleggen wat dat eigenlijk was. Maar ik kon het wel repareren, instellen en gebruikersfouten oplossen.
Op het plaatje hierboven zie je tussen die vertikale groene buizen de blauw geverfde meetbuis zitten. Links zie je een soort beschuitbus, waar een rond display uithangt. In dat versterkerhuis (nette naam voor deze beschuitbus) zit de electronica. Deze doet hetzelfde als wat die versterker (1962) op de andere pagina deed, namelijk het piepkleine spanninkje vertalen naar iets waar we op een teller, een aanwijsinstrument of een een computer iets kunnen aflezen. Vaak sturen we t dit signaal ook weer andere dingen aan. Bijvoorbeeld als we een tankwagen vullen, na exact zoveel liter sturen we de klep dicht, waardoor de tank niet overstroomt. In mijn hand heb ik de geleidbaarheidsmeter en meet zo de electrische weerstand tussen de electroden die in dat blauwe ding zitten. Dit is een heel belangrijk gegeven, want als er geen vloeistof in zit die electriciteit kan geleiden, (bijvoorbeeld benzine) dan werkt het apparaat niet. Een ander (nu) opvallend detail, de bolling onder het hemd. Gedurende mijn werkzaamheden overnachtte ik heel vaak. Er was zelfs een jaar met 83 overnachtingen, dan moest je wel in een restaurant eten. De horecaspoiler die ik zo kreeg is door mijn kano varen drastisch verminderd. Net een paar jaar eerder kwam de eerste computer op mijn pad. Ik werd lid van de HCC, toen nog een clubje van nauwelijks honderd mensen. Bij mijn werk in de "meet- en regeltechniek" kwam ik al Aplle's tegen, vooral bij Akzo. Ik moest dus cursussen volgen, programeren in Bits en Bytes. Een geheugen van 4 kB was toen behoorlijk groot, zo groot dat je zelf al kon gaan programeren in een programeertaal, Basic. Wat een uitkomst. Later ten tijde van de VIC20, kocht ik mijn eerste computer, een ColourGenie. Intern 8 kB geheugen, met een extra uitbreiding verhoogd naar 16 kB. Met peddel ik vaar ik regelmatig in de de Waterton. |