Home & Actueel
de waterTon
dagboek & EKR
peddeltechnieken
Corsica
Verbazing
Overijsselse Vecht
Zeekamp 2009 & 2008
CV
links & contact

 

CV Ton         

Technisch

Op de verjaardag van de heiligverklaring van Sint Nicolaas in 1941 ben ik geboren in Hilversum, op de 6de december dus.

Met mijn moeder en mijn zus Joke, verhuisden we naar Tuindorp Oostzaan toen ik 10 jaar was. Tuindorp Oostzaan was Amsterdam Noord, altijd overvaren met de pont en dan bus 35.

De lagere school, "Princes Juliana werd zij genoemd", werd daar afgemaakt en vervolgens ging ik naar de 5e technische school op de Meeuwenlaan in Amsterdam Noord. Het blauwe trammetje reed toen nog van Monnickendam naar Amsterdam Noord.

Het Amsterdams RadioInstituut aan het Oosteinde,
leidde mij op tot radiotechnicus. Dit was wat we nu de electronicawereld noemen.

In die tijd waren dat radiobuizen. De nieuwste types waren de "80-ers". De meest bekende waren de ECC81, ECH81, ECC83, EL84 en de ELC82. De ECL82 was eigenlijk al een voorloper van alles in één component. Met deze radiobuis kon je een complete versterker bouwen.

Werken begon bij Grundig (radio en bandrecorders). Dan met een onderbreking als dienstplichtig militair bij de luchtmacht, terug in de burgermaatschappij naar Philips in Huizen, Shell-lab in Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, In Rotterdam Fodor (Akai), Vanandel en tenslotte Technisch Bureau Persenaire in Bussum. Deze werkgever verhuisde later naar Huizen en tenslotte naar Dordrecht en veranderde ook regelmatig van naam. In Dordrecht zitten ze als Krohne Nederland samen met Krohne Altometer in de Kerkelanden.

Gedurende die werkzame perioden moest ik me natuurlijk regelmatig bijscholen. Engels bij Instituut Schoevers en technisch mij PBNA.

Bij Persenaire heb ik bijna 30 jaar als servicetechnikus voor het fabrikaat Krohne-Altometer door heel Nederland gereden. Ik gaf advies aan de gebruikers van deze stromingsmeters en verleende technische bijstand. Omdat er vaak hoge bedragen via deze meters werden afgerekend, was een periodieke controle of de installatie binnen de nauwkeurigheidsspecificatie viel, heel belangrijk.

Deze zeer nauwkeurige stromingsmeters werken volgens de principes Magnetisch/inductief, Ultrasone of Corioless. Veel bedrijven gebruiken deze zeer betrouwbare en precieze (en dus dure) instrumenten. Ik kwam zo o.a bij Akzo, Shell, DouweEgberts, de NAM, Grolsch, Heineken en Hooghout. Ook bij afvalwaterzuiveringen en drinkwaterbedrijven. Maar ook bij de NAM, en vele andere  bedrijven die gassen, olie, water, andere vloeistoffen  of zelfs vloeibaar tin willen meten. Er zijn nog vele andere bedrijven die klant bij ons waren.

Gedurende die tijd als troubleshooter, heb ik meer dan 2.000.000 km auto gereden. Op één na allemaal Renaults.

Ook offshore behoorde tot mijn werkgebied. Midden op de Noordzee. Op de GlassDowr wordt de geproduceerde olie gemeten door Ultrasohne Krhohne-meters.

 

Ik woonde aanvankelijk in Hilversum. Daarna tot mijn 25ste jaar was het Tuindorp Oostzaan. Ik woonde nog even in Bussum, waarna de Rotterdamse periode volgde. 

Dat zat zo. Berna  woonde in Barendrecht en werkte in Rotterdam bij de Holland Americalijn. Een huis vinden in Amsterdam was bijna een onmogelijkheid. Zodoende vonden we in Rotterdam een huis, nadat we in Barendrecht getrouwd waren. Twee kinderen, Linda en Peter zijn als Rotterdammers geboren.

In 1979 vertrokken we naar Hardenberg.

Peter heeft Hardenberg nooit verlaten. Hij is er ook met Gina is getrouwd. Kirsten en Wendy zijn hun dochters

Linda heeft uiteindelijk ook Hardenberg als woonplaats gekozen. Samen met Joost hebben ze drie kinderen: Daniel, Paula en Kim.

Door Hardenberg stroomt de Overijsselse Vecht. Op die rivier ben ik nu regelmatig te vinden, soms zelfs twee keer per week, in mijn zeekajak,

 

 

Van gewone electro (schakelaars & lampen), naar radiobuizen. Na de moderne "40ers en 80'er radiobuizen komen de transistors, die opgevolgt worden door de ingegoten "blokjes" met complete schakelingen van Philips en dan de IC's. De7400 en de 3000 Series.


Audio (geluid) was al een hobby. Ik bouwde mijn eigen versterkers, vaak met "dump"onderdelen. Ik was klant bij de Amsterdamse dumpwinkels Radio Lensen in de nieuwe Hoogstraat, Radio Rotor in de Kinkerstraat en Dankelschijn in de van Wouwstraat. Nieuwe onderdelen kocht ik bij Aurora in de Vijzelstraat.

In het openluchttheater van TuindorpOostzaan was ik de geluids- en lichttechnicus, we speelden met amateur toneelspelers meestal stukken van Shakespeare.

Als dienstplichtige werd ik opgeroepen bij de luchtmacht. De militaire basistraning was in Nijmegen, daarna vplgde op de LuchtmachtElectronischeTechnischeSchool Deelen, bij Arnhem de opleiding tot straalzenderspecialist. Daar zaten toen ook nog radiobuizen in.

Bij de LETS was een gebrek aan instructeurs. Samen met twee anderen dienstplichtigen, werden Fred, Wim en ik, de eerste diensplichtige soldaten, die voor de klas stonden.  Die klassen waren heel verschillend, soms net als wij gewone dienstplichtigen, soms zelfs aspirantoficieren in opleiding. Deze hadden vaak met hogere rangen dan wij, maar wij waren meerdere door commando, zo heette dat. Die 19 maanden dat ik dat mocht doen vond ik schitterenend, kennis overdragen aan anderen, dat vond  ik heel fijn. Natuurlijk kregen wij ook een paar strepen en aanmerkelijk meer dan de 125 guldencenten per dag.

Omdat ik daar bij de vaste staf hoorde, kreeg ik de donkere kamer onder mijn beheer. Zelf afdrukken van foto's. Later deed ik dat ook thuis met een Durst 600. 6 x 6 en kleinbeeld. Nu weten julie ook waar mijn fotohobby vandaan komt.

Terug in de burgermaatschappij, kwam ik via straalzenders en electronica ontwerpen weer terug bij mijn eerste liefde, audio. Geluidsrecorders van Akai. Echter in de reparatie is nauwelijks brood te verdienen en zo kwam ik in de mobilofoons terecht. Dat was niet mijn laatste vakrichting, die kwam in 1976 op mijn pad.

1976, Persenaire daar maakte ik kennis met Magnetische Inductieve Doorstroommeters (MID), een hele mond vol. Na een half jaar interne opleiding kon ik nog niet eenvoudig uitleggen wat dat eigenlijk was. Maar ik kon het wel repareren, instellen en gebruikersfouten oplossen. 

Op het plaatje hierboven zie je tussen die vertikale groene buizen de blauw geverfde meetbuis zitten. Links zie je een soort beschuitbus, waar een rond display uithangt. In dat versterkerhuis (nette naam voor deze beschuitbus) zit de electronica. Deze doet hetzelfde als wat die versterker  (1962) op de andere pagina deed, namelijk het piepkleine spanninkje vertalen naar  iets waar we op een teller, een aanwijsinstrument of een een computer iets kunnen aflezen. Vaak sturen we t dit signaal ook weer andere dingen aan. Bijvoorbeeld als we een tankwagen vullen, na exact zoveel liter sturen we de klep dicht, waardoor de tank niet overstroomt.  

       In mijn hand heb ik de geleidbaarheidsmeter en meet zo de electrische weerstand tussen de electroden die in dat blauwe ding zitten. Dit is een heel belangrijk gegeven, want als er geen vloeistof in zit die electriciteit kan geleiden, (bijvoorbeeld benzine) dan werkt het apparaat niet.

Een ander (nu) opvallend detail, de bolling onder het hemd. Gedurende mijn werkzaamheden overnachtte ik heel vaak. Er was zelfs een jaar met 83 overnachtingen, dan moest je wel in een restaurant eten.  De horecaspoiler die ik zo kreeg  is door mijn  kano varen  drastisch verminderd.

Net een paar jaar eerder kwam de eerste computer op mijn pad. Ik werd lid van de HCC, toen nog een clubje van nauwelijks honderd mensen. Bij mijn werk in de "meet- en regeltechniek" kwam ik al Aplle's tegen, vooral bij Akzo. Ik moest dus cursussen volgen, programeren in Bits en Bytes. Een geheugen van 4 kB was toen behoorlijk groot, zo groot dat je zelf al kon gaan programeren in een programeertaal, Basic. Wat een uitkomst. Later ten tijde van de VIC20, kocht ik mijn eerste computer, een ColourGenie. Intern 8 kB geheugen, met een extra uitbreiding verhoogd naar 16 kB.

Met peddel ik vaar ik regelmatig in de

de Waterton.

Hieronder probeer ik uit te leggen hoe het werkt en hoe de praktijk eruit ziet.

detail MID:

         

 

Bijna iedereen weet ongeveer hoe een motor of een dynamo werkt. Even een opfrissertje. In een dynamo zitten een hele boel draden op een bosje, een magneet wordt door het wieltje tegen de band rondgedraaid. Omdat de magneet redelijk sterk is en er veel wikkelingen zijn komt er ongeveer 6 Volt vanaf, waardoor de lampjes gaan branden. Op school hebben we geleerd dat dit het de wet van Faraday is. Officieel luidt die wet: "Als in een magneetveld een geleider wordt bewogen, dan ontstaat er in de geleider een spanning die rechtevenredig met de grootte van snelheid welke deze geleider heeft en de grootte van het magneetveld". En de dynamo in dit voorbeeld heeft 6000 wikkeleingen, dat zijn dus 6000 geleiders die in serie (achter elkaar) staan, waardoor die 6 Volt ontstaat (als je normaal fietst!). Stel dat je geen 6000, maar slechts één draadje zou hebben, dan heb je geen 6 Volt, maar 6 gedeeld door 6000 is 0,001 Volt.  

 800 mm afvalwater meter  van rioolzuivering Hengelo

Nu het basis idee van de magnetische doorstroommeter. We nemen geïsoleerde buis waar we links en rechts, tegenover elkaar twee electroden in monteren (zoiets als de kop van een boutje). Plaatsen we een magneet boven en een magneet onder deze buis en laten we er bijvoorbeeld water doorstromen, dan.... hebben we weer onze dynamo met één wikkeling en krijgen we zo een piep klein spanninkje dat groter wordt als het water sneller stroomt en kleiner als het langzamer gaat.

Dat kleine spanninkje kunnen we door electronica te gebruiken opvoeren tot iets dat bijvoorbeeld een meter of een teller kan bewegen. We hebben nu dus een..... meter om de watersnelheid te meten.

 

  Zelfs in Hardenberg, in de wijk waar ik in woon (Baalder) was enige tijd een Altometer van 250 mm doorsnede geplaatst, die de modder uit de vijvers en sloten meette.  Het baggerbedrijf  kreeg de gebaggerde hoeveelheid uit betaald. Dat de meter gedeeltelijk gevuld was en daardoor te veel heeft aan gegeven, daar heeft 'men' geen actie op ondernomen.

 Verder in detail. We gebruiken geen magneten, maar spoelen, waar we een stroom door heen sturen en zo een magnetisch veld maken. En omdat we die stroom steeds aan- en uitschakelen, of zelfs omdraaien, hebben we een wisselend magneetveld. Er zal dus ook een wissel-spanning ontstaan. Dat kunnen we met behulp van electronica dus vertalen.

Na deze uitleg begrijpt je, dat ik enige tijd nodig had om dat zo te kunnen vertellen.

Mij werd verteld dat de meting berust op de wet van Farady. Die luidt: "Als een geleider met een zekere snelheid in dooreen magnetische veld wordt bewogen, dan ontstaat er een spanning, waarvan de grootte recht evenredig is met de grootte van de snelheiheid en de grootte van het magnetisch veld".  Ja, ja, dat is zo,. Maar die uitleg ie is niet zo makkelijk. Het duurde lang eer dat ik dat kon vertellen.

De eerste doorstroommeters volgens dit principe hadden zelf nog geen electronica, maar radiobuizen, weerstanden, condensatoren en grote transformatoren De hele kast was zo een 20 kg, kijk maar naar de foto op de home-pages. Nu is de electronica zo klein dat je het in je binnenzak kunt stoppen. Maar het principe is hetzelfde.

 

Genoeg daarover, mijn VUT ben ik bijna vergeten, ik heb nu tijd voor hobbies. En de hobby die werkelijk heel leuk vind is..............

                                                                         Kanovaren